LARGE-2022_VanDiepen_situaties_DSF9709_v2-scaled

Verwijder negatieve berichten met het recht om vergeten te worden voor Google

28 december 2021
/  Stephan Mulders

Verwijder negatieve berichten met het recht om vergeten te worden voor Google

Heeft u last van bepaalde berichten in de zoekresultaten voor een zoekopdracht naar uw naam? Dan biedt een beroep op het vergeetrecht wellicht uitkomst.

Gebruikers van Google kunnen namelijk sinds 2014 een verzoek indienen om bepaalde zoekresultaten te laten ‘vergeten’. Dit is het gevolg van de uitspraak van het Europese Hof over het vergeetrecht, ook wel bekend als het Costeja-arrest. De van oorsprong Amerikaanse zoekmachine kreeg van het Europese Hof opgelegd dat het gegevens die irrelevant, niet langer relevant, onjuist of bovenmatig zijn, niet mag blijven verwerken.

Stephan Mulders deed al honderden keren met succes een beroep op dit recht om vergeten te worden. Indien Google het verzoek tot verwijdering van zoekresultaten afwijst, is Stephan Mulders ook de aangewezen partij om verder stappen te ondernemen. Stephan beheert ook de website Vergeetrecht.eu. Op die website vindt u veel informatie over het recht om vergeten te worden.

De voordelen van een beroep op het vergeetrecht

Het recht om vergeten te worden biedt een toegankelijke manier om van ongewenste publicaties af te komen. Bijvoorbeeld negatieve reviews, strafrechtelijke veroordelingen, faillissementen, wraakporno of gegevens over politieke voorkeuren.

In veel gevallen moeten zoekmachines (Google, Bing, Yahoo etc.) bepaalde zoekresultaten op verzoek blokkeren. De blokkade ziet alleen op zoekopdrachten naar de naam van de aanvrager. Dus de resultaten blijven vindbaar met een andere zoekopdracht. Ook de achterliggende website blijft online. Bijvoorbeeld de website “piet ging in 2000 failliet” is een vergeetrecht-verzoek niet meer vindbaar via de zoekterm “Piet”, maar wel nog als iemand zoekt naar “failliet”. Ook de website zelf blijft online staan.

95 % van alle informatie op internet wordt echter gevonden via zoekmachines zoals Google, Bing en Yahoo. Het blokkeren van een website betekent dus dat deze vrijwel niet meer bezocht wordt. Bovendien zoeken de meeste mensen naar een naam als ze iemand “googlen”. Dus het maakt niet uit of de website nog vindbaar is via een andere term. Het recht om vergeten te worden vermindert dus de impact van een negatief bericht vrijwel geheel.

Het vergeetrecht heeft als voordeel dat zoekmachines in beginsel een resultaat moeten blokkeren, tenzij ze kunnen aantonen dat een website relevant is. Het is dus een makkelijkere procedure dan het daadwerkelijk verwijderen van een website. Bovendien kunnen bepaalde resultaten wel verwijderd worden uit Google, maar niet van de website zelf. Daarnaast is de vergeetrecht-procedure vaak aanzienlijk korter en goedkoper dan het aanschrijven van de website-eigenaar. Zeker als de eigenaar anoniem is, of als de website in het buitenland gehost wordt.

De slagingskans van een vergeetrechtverzoek hangt af van de grondslag waarop u zich beroept. Laat u daarom altijd bijstaan door een deskundig juridisch professional. Stephan Mulders heeft veel ervaring bij het beoordelen en indienen van vergeetrecht verzoeken en kan u op basis daarvan optimaal begeleiden.

De slagingskans van het recht om vergeten te worden

Het recht om vergeten te worden komt voort uit de procedure die de Spanjaard Mario Costeja Gonzaléz in 2010 aanspande tegen Google. De heer Costeja kwam namelijk steeds websites tegen in Google over een faillissement uit de jaren 90. Volgens de heer Costeja zijn die resultaten niet meer relevant en mag Google ze daarom niet meer weergeven in de zoekresultaten. Google weigert echter de resultaten te verwijderen. In 2014 krijgt Costeja gelijk van het Hof van Justitie (HvJ), de hoogste Europese rechter.

Het HvJ bepaalt dat er een recht is om vergeten te worden. Dat wil zeggen dat een zoekmachine zoekresultaten moet blokkeren, tenzij er een bijzonder belang is om die resultaten weer te geven. Dat bijzondere belang kan bijvoorbeeld bestaan uit het recht op vrijheid van meningsuiting of informatievoorziening.

Uitgangspunt is dus dat een vergeetrecht verzoek moet worden toegewezen, tenzij er een bijzonder belang is waardoor het zoekresultaat wel . Dat belang kan ontstaan door de rol die de persoon speelt in de samenleving. Enkele voorbeelden:

Heeft uw vergeetrecht-verzoek een lagere kans van slagen? Niet getreurd. Er zijn ook diverse andere manieren om uzelf van google te verwijderen. Daarnaast kunt u ook proberen de resultaten weg te drukken met positieve PR. Stephan Mulders, vergeetrecht advocaat te Amsterdam, kan u adviseren met betrekking tot een optimale strategie voor uw casus ([email protected]).

Zoekmachines (Google, Bing & Yahoo)

Verzoeken om vergeten te worden kunnen door ons ingediend worden bij Google.
Wij stellen hiervoor een volledig juridisch verzoek op, waarin wij ingaan op de relevante jurisprudentie, wetsartikelen waarop u zich beroept, relevante omstandigheden en natuurlijk uitgebreid op uw privacybelang.

Wij dienen dit verzoekschrift vervolgens via ons eigen protocol in bij Google, zodat wij niet gehouden zijn aan de beperkingen die Google aan individuele verzoekers oplegt (maximaal 150 woorden, geen bijlagen, etc.). Het verzoekschrift is een goed onderbouwd juridisch document, dat bij afwijzing met slechts een kleine bewerking kan worden toegestuurd aan de Autoriteit Persoonsgegevens (voor bemiddeling) of de rechtbank (voor het starten van een verzoekschriftprocedure).

Autoriteit Persoonsgegevens

Wanneer uw beroep op het vergeetrecht wordt afgewezen door de verwerkingsverantwoordelijke staat een gang naar de Autoriteit Persoonsgegevens open. Let u er wel op dat u dit beroep binnen 6 weken na afwijzing door bijvoorbeeld Google dient in te dienen. De Autoriteit Persoonsgegevens zal op basis van de richtlijnen uw beroep behandelen en indien zij u in het gelijk stelt, zal zij de verwerkingsverantwoordelijke verzoeken om uw zaak te heroverwegen. De Autoriteit Persoonsgegevens toetst slechts marginaal, zij beperkt zich over het algemeen tot een toets of de betreffende informatie al dan niet onjuist is. De uiteindelijke beslissing over het al dan niet ‘vergeten’ van de zoekresultaten blijft echter bij de verwerkingsverantwoordelijke zelf (dus Google, Bing, etc.) liggen.

Rechtbank

Als uw verzoek door de verwerkingsverantwoordelijke is afgewezen, en bemiddeling niet geholpen heeft of de wens bestaat om deze stap over te slaan, dan kan de gang naar de rechter worden gemaakt, door een verzoekschriftprocedure te starten op grond van artikel 17 AVG. Deze procedure is relatief laagdrempelig, vormloos en kent een beperkt griffierecht (€287)

Stephan Mulders voerde al vele procedures tegen Google namens zijn cliënten. Hij kan u bijstaan zodat u een optimale slagingskans hebt.

Achtergrond recht om vergeten te worden

In een baanbrekend arrest uit 2014 oordeelde het Hof van Justitie van de EU over de vraag of van een exploitant van een zoekmachine kan worden verlangd dat resultaten van zoekopdrachten op een bepaalde persoonsnaam worden onderdrukt. Het Hof overwoog in de eerste plaats dat een zoekmachine activiteiten verricht die zijn aan te merken als ‘verwerking van persoonsgegevens’. Daarnaast overwoog het Hof dat de exploitant van de zoekmachine (Google) verantwoordelijk is voor de verwerking van persoonsgegevens in de zoekmachine. Ten aanzien van het verzoek tot verwijdering van zoekresultaten stelde het Hof dat de exploitant van de zoekmachine (Google) onder bepaalde voorwaarden verplicht is om de resultatenlijst die na een zoekopdracht op de naam van een persoon wordt weergegeven te verwijderen. Dat kan zelfs als de publicatie op de betreffende webpagina’s op zich rechtmatig is. Het Hof stelde verder dat sprake is van een belangenafweging waarbij moet worden gekeken naar de aard van de betrokken informatie en de gevoeligheid ervan voor het privéleven van het individu en het belang van het publiek om over deze informatie te beschikken. Het Hof oordeelde verder dat het privacybelang van het individu in beginsel zwaarder weegt dan het economisch belang van de exploitant van de zoekmachine bij de gegevensverwerking en het belang van internetgebruikers om toegang te krijgen tot de betreffende zoekresultaten. Google moest de gegevens van Mario Costeja González dan ook verwijderen. Triviale bijkomstigheid is overigens wel dat de heer Costeja González die vergeten wilde worden, door deze baanbrekende uitspraak tot in lengte van dagen bekend zal blijven.

Google biedt inmiddels via een online formulier de mogelijkheid om te vragen om bepaalde zoekresultaten te verwijderen. Google geeft aan na het hiervoor besproken arrest van het Hof van Justitie een ware stroom van verwijderingsverzoeken te hebben gekregen. Alleen al in Nederland verzochten in het jaar daarop circa 15.000 personen om één of meer zoekresultaten te verwijderen. Wereldwijd zou het gaan om maar liefst 1,4 miljoen verzoeken. Overigens worden de verzoeken in veruit de meeste gevallen (circa 60%) door Google afgewezen. In dat geval staat uiteraard de weg open naar de rechter. Google wordt dan ook inmiddels geregeld in rechte betrokken in geval van afgewezen verwijderingsverzoeken.

Zo ook in een zaak die werd aangespannen over een aflevering van het programma ‘Misdaadverslaggever” van Peter R. de Vries uit 2012 waarin een persoon met een (vermeende) huurmoordenaar bespreekt hoe deze een concurrent het beste kan (laten) liquideren. Deze persoon had bij Google het verzoek ingediend om de zoekresultaten naar de betreffende aflevering te verwijderen. Omdat Google weigerde, stapte hij naar de rechter. In een kort geding dat volgde, wees de voorzieningenrechter de vorderingen af. Het gerechtshof Amsterdam bekrachtigde vervolgens dat vonnis van de voorzieningenrechter. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 24 februari 2017 de uitspraak van het hof Amsterdam vernietigd, omdat het hof niets heeft vastgesteld omtrent het belang van het publiek om informatie over de veroordeling van eiser te krijgen bij het zoeken op eisers volledige naam. Evenmin doet het hof Amsterdam enige vaststelling omtrent hetgeen in dit verband van belang kan zijn, zoals met name of eiser een rol in het openbare leven speelt en, zo ja, welke. Het enkele feit dat eiser in eerste aanleg is veroordeeld wegens een ernstig misdrijf en dat sprake is geweest van publiciteit is daartoe onvoldoende, aldus de Hoge Raad. Evenmin heeft het hof Amsterdam (de aard en omvang van) het belang van eiser nader vastgesteld, waaronder dat diens veroordeling niet onherroepelijk is, laat staan dat het heeft onderzocht waar in dit geval het evenwicht moet worden gezocht tussen het belang van eiser en dat van het publiek. De Hoge Raad heeft de zaak nu verwezen naar het gerechtshof Den Haag ter verdere behandeling en beslissing.

Op 25 mei 2018 treedt een algemene verordening gegevensbescherming (AVG) in werking. Nu heeft elke lidstaat nog een eigen privacywet. Deze wetten zijn overigens wel allemaal gebaseerd op de Europese privacyrichtlijn uit 1995, die met de inwerkintreding van de AVG op 25 mei 2018 zal worden ingetrokken. De privacyrichtlijn is in Nederland geïmplementeerd in de vorm van de Wet bescherming persoonsgegevens. De artikelen 36 en 40 Wbp bieden de mogelijkheid om te verzoeken om persoonsgegevens te verwijderen indien deze feitelijk onjuist zijn, voor het doel of de doeleinden van de verwerking onvolledig of niet ter zake dienend zijn dan wel anderszins in strijd met een wettelijk voorschrift zijn verwerkt. Vanaf 25 mei 2018 geldt in Europa nog maar één privacywet (de AVG) en komt de Wbp te vervallen. Het vergeetrecht is inmiddels een belangrijk recht dat burgers in geheel Europa in veel gevallen bescherming biedt tegen de ongewenste vindbaarheid – via zoekmachines – op internet. Internetbedrijven gaan daar mogelijk vaker mee te maken krijgen. Zoals hiervoor al ter sprake kwam, zal bij geschillen het privacybelang van het individu in beginsel zwaarder wegen dan de economische belangen van de exploitant van de zoekmachine en het belang van internetgebruikers om toegang te krijgen tot de zoekresultaten. Met de inwerkintreding van de AVG zal in heel Europa een uniforme privacywetgeving gelden. Bedrijven die zich niet aan de regels houden kunnen door de toezichthoudende autoriteit een administratieve geldboete opgelegd krijgen. Die geldboete kan oplopen tot maximaal 4% van de totale wereldwijde jaaromzet. Dat zal bedrijven in de toekomst nog in een lastig pakket kunnen brengen

Hulp bij een vergeetrecht verzoek

Heeft u een vraag over het recht om vergeten te worden? Wilt u graag informatie over een specifieke casus? Stuur een bericht aan Stephan Mulders, advocaat vergeetrecht te Amsterdam. Hij zal uw casus vrijblijvend beoordelen en adviseren over vervolgstappen. Dit kan via e-mail [email protected], telefonisch 020 5747474 of via het contactformulier.

Stephan
Mulders
Privacyrecht, Intellectueel Eigendomsrecht, ICT & Media
Amsterdam

Vestigingen